Cor Blok 1934-2021
Woorden bij het afscheid van Cor Blok, Amsterdam 26 april 2021
Ik leerde Cor Blok kennen in de zomer van 1974. In dat jaar las ik tijdens een zomervakantie in Frankrijk voor het eerst In de ban de Ring van Tolkien. Ik naderde de 13. De ontvankelijke leeftijd waarop de antennes wijd open staan en je alles opzuigt. Ik verslond Tolkien in drie weken tijd. Een deel per week. Drie Prisma pockets. De Reisgenoten, De Twee Torens, De Terugkeer van de Koning. Een gelukzaliger leeservaring heb ik nooit meer gehad. Op het omslag van ieder deel stond een illustratie van Cor Blok. Die illustraties zijn met die gelukzalige leeservaring voor altijd verbonden. Ze voeren me terug naar mijn jeugd en zijn onuitwisbaar in mijn hoofd opgeslagen.
De Tolkien illustraties van Cor Blok hadden iets magisch en dat hebben ze nog steeds. Het zijn kunstwerken op zich. De kleuren, de stilering, de emoties. Het lijkt kinderlijk eenvoudig, maar dat is het in de verste verten niet. Over iedere pennenstreek is nagedacht, de balans is volmaakt. De figuren lijken weggelopen uit de kunst van de Middeleeuwen. Associaties met het tapijt van Bayeux dienen zich aan. Maar de grootste kracht is dat er nog zoveel ruimte overblijft voor de eigen fantasie. In de tekeningen van Cor Blok is mijn eigen fantasie bewaard gebleven. Zijn illustraties verrijken en laten tegelijk het eigen beeld onaangetast. Ik denk dat ik zijn werk mede daarom zo bewonder. Dat het me daarom altijd weer ontroert.
Dat ruimte laten voor de eigen fantasie was ook een van de redenen waarom Tolkien zelf zo gecharmeerd was van het werk van Cor Blok. Tolkien beschreef zijn eigen wereld Midden-Aarde en alle wezens die het bevolkte tot in detail. Hij gaf Elven, Hobbits, Dwergen, Mensen, Orks een eigen taal en geschiedenis mee. Hij beschreef iedere boom, iedere toren, ieder hobbithol uitputtend. Maar hij liet, ondanks zijn eigen niet onverdienstelijke tekeningen, het uiteindelijke beeld aan de lezer. Dat is precies wat Cor Blok zo haarfijn en subtiel heeft aangevoeld en op papier heeft gezet. Op een zeer eigen en indrukwekkende manier. Hij laat het werk van de grootste Fantasy schrijver ooit daar waar het hoort: in het rijk van onze eigen fantasie.
Eerbetoon aan Cor Blok door zijn zoon Roel
Cor Blok betoverde mij als bijna 13-jarige in de zomer van 1974 en is dat blijven doen. Ik was dan ook wat beduusd dat ik hem 43 jaar later in levende lijve mocht leren kennen. Ik had gezien dat er nog wat van zijn werk te koop was en zocht contact. In 2017 schudde ik hem voor het eerst de hand en dronk ik een kop koffie bij hem thuis in Amsterdam, samen met zijn Janny. Ik luisterde naar zijn karakteristieke stem en moest mijn best doen hem te volgen. Dat lag niet aan hem maar aan mij. Mijn gedachten gingen telkens een andere kant op. Ik keek voortdurend naar zijn handen waaruit zoveel schitterende kunst is ontstaan. Die ochtend ging ik naar huis met een heuse illustratie uit zijn Tolkien serie. Ik voelde mij een koning te rijk. Het bleef niet bij een bezoek, er volgden er meer.
Ik ben dankbaar dat ik hem in de winter van zijn leven op momenten heb kunnen helpen. Dat ik nog heb mogen bemiddelen om een plek in het Rosa Spier Huis te bemachtigen. Een paar jaar nog zonder fysieke en andere zorgen, dat wilde iedereen om hem heen zo graag. Dat die laatste stap niet meer gezet kon worden doet pijn.
Een dag na Cor’s overlijden vertelde de familie mij het droeve nieuws. Ik nam het op me om de erven Tolkien op de hoogte te stellen en uitgeverij Harper Collins, die in 2011 A Tolkien Tapestry uitbracht met het Tolkien werk van Cor. Antwoord liet niet lang op zich wachten en uit die antwoorden wil ik hier graag een paar regels citeren.
De erven Tolkien lieten dit weten: De familie Tolkien hield zeer van het werk van Cor Blok, waarvan een unieke charme uitging, die hem onderscheidde van de grote groep Tolkien illustrators. We betuigen onze innige deelneming in deze moeilijke tijd.
Harper Collins zei het zo: Cor Blok behoorde tot een zeer kleine minderheid van artiesten die niet alleen door Tolkien werden geprezen maar van wie Tolkien persoonlijk ook werk bezat. Dat feit bracht ons ertoe zijn werk te vieren en te eren in een boek en twee Tolkien kalenders. Niet alleen professor Tolkien genoot van zijn werk, hij droeg zijn enthousiasme ook over op zijn zoon Christopher Tolkien en zijn echtgenote. Wij betreuren het heengaan van een groot kunstenaar en putten er troost uit dat Cor Blok nog tijdens zijn leven getuige mocht zijn van een herleving en zeer verdiende aandacht voor zijn werk. Er kan geen mooiere erfenis zijn dan dat.
Ik vind het een voorrecht dat ik de grote Cor Blok in de winter van zijn leven nog heb mogen leren kennen. Te kort om elkaar vrienden te noemen. Genoeg om een wederzijdse affectie te voelen. Het is een eer bij zijn heengaan te mogen spreken.
Ik zal je nooit vergeten Cor, je werk draag ik altijd bij me. Met je illustraties droeg je bij om mijn eigen fantasie te onderhouden en te koesteren. Een groot geschenk. Ik neem afscheid van je met woorden van Tolkien zelf, uit het slot van In de ban van de Ring.
Welnu, zei Gandalf, hier eindelijk, beste vrienden, aan de zeekust, eindigt thans ons Reisgenootschap in Midden-aarde. Ga in vrede! Ik zal niet zeggen: ween niet, want niet alle tranen zijn een kwaad ding.’
Diederik van Vleuten 26 april 2021